Backpacken is een fantastische manier om een land te ontdekken.Doordat je met alleen je rugzak het landverkent, ontdek je andere plaatsen en maak je meer contact met de inwoners dan de doorsnee toerist. Cambodja is een schitterend land met een vlak binnenland, een prachtige natuur en eeuwenoude tempels. Maar wat het echt een leuk land maakt om er te backpacken is de innemendheid van de bevolking. Cambodja wordt dan ook niet voor niets ‘het land van de eeuwige lach’ genoemd!
Cambodja wordt gekenmerkt door water; overal is water. Het land wordt in tweeën gesplitst door de grote Mekong rivier die in ruige jungle in het noorden het land binnenstroomt en ook het Tonle Sap meer neemt een essentiële plaats in. Het meer is een belangrijke bron van inkomsten door de grote hoeveelheden vis en in regentijd neemt het meer gigantische afmetingen aan. De indrukwekkende hoofdstad Phnom Penh ligt aan de rivieroevers en in het zuiden ligt de charmante badplaats Shihanoukville die steeds meer aan populariteit wint.
De Angkor Wat tempels zijn haast te mooi om te omschrijven. Het complex is gigantisch groot (ongeveer 400km2) en omvat zo’n 20 tempels. De toegangspoort Angkor Thom, de Ta Phrom die door boomwortels overwoekerd is en de gezichtentempel Bayon zijn de mooiste en bekendste. Als backpacker kun je het best overnachten in Siem Reap en een knul met een brommer aanspreken. Voor een klein bedrag (20 dollar) rijdt hij de hele dag met je rond en laat je alle uithoeken van het tempelcomplex zien.
Het oosten van Cambodja is veel minder toeristisch maar niet minder mooi! In de provincies Mondulkiri en Ratanakiri vind je pittoreske dorpjes van verschillend stammen met huizen op palen en begraafplaatsen met kleurrijke beelden, en je kunt er van een ruige natuur met imposante watervallen genieten. De wegen zijn niet altijd makkelijk begaanbaar, maar daar kun je dan een olifant voor inhuren!